Mijn overgrootmoeder Beppe Sietske werd aan het eind van de negentiende eeuw wees. Ze kwam in een pleeggezin terecht. Het familieverhaal gaat dat ze iedere keer als ze stout geweest was haar zonden moest opbiechten bij het graf van haar ouders. Zou het waar zijn? Verhalen veranderen als ze door de generaties aan elkaar worden overgegeven, maar eigenlijk maakt dat niet uit. Het kunnen vertellen van verhalen, die gaan over vervlogen tijden met hun eigen denkwijzen, is al waardevol.

Mare en ik gaan ieder jaar rond Vrouwendag (8 maart) uit lunchen. Ik vertel haar dan de verhalen van de vrouwen voor haar. Na Beppe Sietske komt Beppe Jacoba die vroeg van school ging om haar vader te helpen in zijn werk als loonwerker. En Beppe Hilly die van haar juf naar de huishoudschool moest omdat ze zo leuk met poppen speelde. Na veel werken en studeren haalde ze op haar 52ste haar bul in de godsdienstwetenschappen. Verder vertel ik haar over mijn eigen leven met de successen, kansen en mislukkingen die erbij horen.

Het vieren van Vrouwendag maakt indruk. Mare komt regelmatig terug op de verhalen en heeft ze zelfs opgeschreven. Ze geven haar een idee van de waarden rondom emancipatie die in de afgelopen 150 jaar flink veranderd zijn. Dat het niet vanzelfsprekend is waar we nu staan en dat er ook nog steeds het één en ander is om je hard voor te maken, zoals de gelijke beloning van mannen en vrouwen.

Wil je ook Vrouwendag vieren met je kind(eren)? Vertel ze over de levens van vrouwen uit vorige generaties, al dan niet uit de vrouwelijke lijn. Uit lunchen kan nu niet, maar er zijn genoeg alternatieve manieren om er even bij stil te staan. Een ander idee is om een heldinnendicht te schrijven samen. Hoe je dat doet schreef ik in deze blog.